Introductie
Sinds het begin van de filosofie hebben mensen gediscussieerd of er een wezenlijk verschil bestaat tussen lichaam en geest. Dit fascinerende fundamentele conflict over de aard van onze werkelijkheid is in meer of mindere mate hetzelfde gebleven als het meningsverschil tussen Parmenides en Empedocles in 500 VC.
Ondanks deze eindeloze woordenwisseling blijft het een dynamisch onderwerp. Een voorbeeld is de vernieuwende visie op dit probleem uit de kwantummechanica. Het is bedacht door David Bohm, die het dualisme en de psyche wil verklaren op basis van de causale interpretatie van de kwantum fysica (in tegenstelling tot de Kopenhagen consensus[1]).
Deze theorie gelooft dat er een duidelijke verbondenheid bestaat tussen de waarnemer en het resultaat, dat los staat van de locatie[2]. Dit op basis van het beroemde, vaak herhaalde tweespletenexperiment[3], waaruit inderdaad blijkt dat de verwachting van de meting het resultaat beïnvloedt.
Bohm verklaart dit vreemde fenomeen door te stellen dat op een bepaalde manier de onderzochte deeltjes actief deelnemen aan het experiment. Dit blijkt uit de vaststelling dat dezelfde elektronen zich ervoor en erna anders gedragen dan tijdens het onderzoek.
Temperatuur en ballet
Deze vaststelling (hoe de deeltjes zich gedragen) kan heel bijzonder lijken, maar volgens Bohm wordt het logisch zo gauw je erover nadenkt. Het experiment vormt een bepaalde eenheid, zoals een stuk metaal, waar door middel van een invloed, zoals een tempratuur verhoging, alle elektronen meebewegen met die verandering.
Als daarna de temperatuur terugkeert naar het oude niveau, dan gedragen alle onderdelen die eerst meebewogen met de verhitting van het metaal, zich weer individueel, op dezelfde manier als voorheen.
In deze specifieke situatie kan het metaal gezien worden als een potentieel actief systeem voor de elektronen, dat door middel van een verandering in temperatuur, de actoren op een bepaalde manier laat gedragen.
Als de activiteit stopt, valt de situatie uiteen naar een andere toestand, met al dan niet onafhankelijke individuele deeltjes die weer een onderdeel worden van een ander systeem.
Dit proces werkt bij mensen op een vergelijkbare manier. Een balletvoorstelling bestaat uit individuen, die zich op een bepaalde manier bewegen, geactualiseerd door een actief systeem (de compositie en de choreografie).
Na de voorstelling vallen de onderdelen uiteen (de danseressen, muzikanten, choreografen, het publiek etc.) en gedragen ze zich alsof al die activiteit nooit was gebeurd.
Hoe gedachtes beïnvloed worden door balletvoorstellingen
Elk systeem kan volgens Bohm op de bovenstaande manier benaderd worden.
Een specifieke maatschappij kan gezien worden als bepaald gedrag binnen een veld waarin de individuele deeltjes zich op een manier bewegen, bepaald door het actieve veld waar de persoon zich in bevindt. (Bepaald gedrag dat in Duitsland logisch is, wordt in Japan als vreemd gezien.)
Niet alleen gedrag, maar ook het denken zelf valt hieronder.
Tijdens een balletvoorstelling komen er gedachtes in de individuele deeltjes (de ballerina’s), die alleen binnen dat systeem actief kunnen zijn omdat ze ontstaan door de dansvoorstelling. Ze ontstaan en vergaan afhankelijk van de voorstelling en worden in meer of mindere mate geactiveerd door alle onderdelen van het systeem (in dit geval inclusief het publiek).
Elementaire deeltjes doen eigenlijk hetzelfde. Ze ontstaan en vergaan continue, keren terug naar een bepaalde beweging of gaan door naar een nieuwe beweging. Dit is vergelijkbaar met gedachtes en waarnemingen die ontstaan en vergaan op basis van de invloeden in de omgeving, dat afhankelijk is van de specifieke situatie waarin de persoon zich bevindt.
Het zijn dus ook tijdelijk geactiveerde systemen die ons denken beïnvloeden.
Het denkende Heelal
Bohm stelt dat er op deze manier meerdere kwantumvelden actief zijn waarin deeltjes met elkaar verbonden worden en kwantumpotenties tot uiting komen. Dit is op hele kleine schaal zo, maar ook op hele grote schaal.
Het veld van ballet is een voorbeeld van een specifiek, tijdelijk actief, verfijnd systeem, dat weer onderdeel is van andere velden zoals dans, vermaak, de samenleving, de mensheid, de aarde of zelfs het heelal.
Gedetailleerdere systemen zijn weer potentieel actieve velden zoals specifieke danstechnieken, een individuele beweging, een gespannen spier, metabolisme, cellen en atomaire structuren.
De verschillende stromingen die op een bepaald moment actief zijn, bepalen de mogelijkheden van de deeltjes die erin bewegen.
Het heelal heeft ook een bepaalde wetmatigheid, waarin alle andere systemen participeren, bijvoorbeeld het systeem van de zwaartekracht.
Door het uitwisselen van informatie komen alle verschillende potentiele actualiteiten binnen dit grotere veld tot stand en bewegen ze volgens bepaalde stromingen.
Volgens Bohm kan dit worden gezien als een vorm van bewustzijn dat op een bepaalde manier overal aanwezig is. Materie en denken beïnvloeden en activeren elkaar als onderdeel van dezelfde actieve beweging.
Menselijk bewustzijn is één van deze potenties, veroorzaak door een specifiek geactiveerd veld.
Hier zit de mogelijke oplossing voor het dualisme. De scheiding tussen lichaam en geest houdt op te bestaan, ze worden namelijk geactiveerd door hetzelfde veld en ze zijn dan ook nooit los van elkaar te zien.
Materie en bewustzijn is feitelijk hetzelfde proces: er is daarom ook geen echt verschil te zien.
Theoretische problemen
Het bovenstaande is een natuurkundige oplossing van een oud filosofisch probleem, toch zitten er wat haken en ogen aan:
Een belangrijke factor waar onduidelijkheid over bestaat, is in hoeverre en op wat voor manier bewustzijn de resultaten van het tweespeletenexperiment beïnvloedt. De wetenschap heeft hier nog geen duidelijkheid over kunnen krijgen en het blijft een actieve discussie.
Vragen zoals: Is het niet gewoon de meting zelf die het resultaat verandert? Wat als er een hond naar aan het kijken is (een meetinstrument dat niks meet)? of een mens die niet begrijpt wat er gebeurt, maar het wel zou kunnen begrijpen(een meetinstrument dat iets meet maar niet weet wat)[4]?
De Copenhagen interpretatie geeft geen duidelijkheid over de invloed van een waarnemer, alleen de waarschijnlijkheid van het resultaat. Volgens De von Neuman interpretatie[5] laat de kwantummechanica toe dat het uiteenvallen van een golffunctie op elke plaats mogelijk is, van het meetmoment tot de bewuste waarnemer.
Bewustzijn of verwachting is dus niet noodzakelijk voor het resultaat.
Het vriendje van Wigner
Wigner gaat een stapje verder (Wigners Friend) door te stellen dat bewustzijn het moment is wanneer de golffunctie uiteenvalt, onafhankelijk van de objectiviteit[6]. Zijn idee was om een dubbele tweespletenexperiment uit te voeren.
Eerst is er een bewustzijn dat een meting doet waarin zijn verwachting het resultaat beïnvloedt, daarna komt er een tweede meting wat ook weer het resultaat beïnvloedt. De tweede meting verandert niet alleen zijn eigen resultaat, maar dus ook de verwachting van het bewustzijn van de eerste meting.
Het experiment van Wigner wordt misschien wat duidelijk als het geherformuleerd wordt in de terminologie van Bohm:
Het actualiseren van een kwantumpotentie wordt veroorzaakt door de verwachting van het bewustzijn van de waarnemer, los van het veld dat al actief is. (De causale interpretatie)
De verwachting van een tweede waarnemer, die informatie uitwisselt met het eerste bewustzijn, beïnvloedt het resultaat van de eerder actief geworden potentie. (Wigner’s Friend).
Balletvoorstellingen, Bayesiaans kansberekeningen en de vriendjes van Wigner
De bovenstaande theorie van Wigner lijkt bijna magisch, het bewustzijn van de eerste waarnemer wordt veranderd door de verwachting van de tweede meting.
Toch, als je er over nadenkt, geeft menselijk gedrag vergelijkbare resultaten: Als we terug te gaan naar de balletvoorstelling wordt dat wat duidelijker.
Op het moment dat de ballerina bewust wordt dat ze aan de voorstelling zal meedoen, wordt deze potentiele toestand waarheid.
Als de ballerina op basis van haar verstuikte enkel verwacht dat er geen voorstelling komt, dan wordt dat de nieuwe realiteit (in het tweespletenexperiment is dit het eerste moment dat de golffunctie uiteenvalt).
In Wigner’s voorbeeld is er dan ook nog een andere ballerina, die eenzelfde verwachting heeft, waar wel of geen voorstelling zal plaats vinden, afhankelijk van wat de anderen doen, die ook weer de keuze beïnvloedt wat de eerste ballerina zal doen[7] (de tweede meting).
Op dit punt, om het nodeloos complex te maken, is het leuk nog even Bayesiaanse kansberekening[8] en QBism te noemen[9]. Dit is een interpretatie die subjectiviteit toelaat in de berekeningen van de kwantumrealiteit.
De geactualiseerde kwantumpotentie is in deze theorie het meetmoment dat een reactie veroorzaakt wat informatie geeft aan de actoren(de deeltjes) . Door met elkaar te communiceren kunnen verschillende potenties hun interne toestanden vergelijken en op andere momenten uiteenvallen.
De subjectieve kwantumpotentie van de ene ballerina, is dus (kansberekening technisch) niet noodzakelijk afhankelijk van de toestand waar de andere ballerina zich in bevindt, in dit geval of de voorstelling wel of niet gaat gebeuren (uiteenvallen van de golffunctie).
Als je kijkt naar de balletvoorstelling dan lijkt dit wederom inderdaad zo te zijn. De twee ballerina’s kunnen informatie uitwisselen, waar de een weigert om mee te doen (het eerste meetmoment), waarna de ander besluit wel of geen vervanging te zoeken (de tweede meting).
Het resultaat is dat de voorstelling in alle gevallen kansberekening technisch door zou kunnen gaan (in dit geval hoogstwaarschijnlijk met flink wat frictie tussen de twee individuele deeltjes).
Als de tweede ballerina verwacht dat het uitvallen van de eerste ervoor zal zorgen dat de voorstelling niet doorgaat, dan zal ze geen vervanging zoeken en wordt dat de realiteit (de tijdelijk actieve kwantumpotentie).
Gaat ze ervan uit dat het mogelijk is om wel iemand anders te vinden of de choreografie aan te passen, dan wordt het wel mogelijk om alles door te laten gaan.
Hier blijkt dus dat in het geval van balletvoorstellingen, de kwantumpotenties van het vriendje van Wigner en de Bayesiaanse kansberekening realistisch zijn.
Op deze manier zijn de twee ballerina’s met elkaar verbonden in een kwantum veld. De actie van de ene kan de oorzaak zijn van het uiteenvallen van de voorstelling, zolang de andere niet op zoek gaat naar een vervanging, maar het kan ook geen invloed hebben (doordat er wel vervanging komt).
Bewustzijn, dualisme, predeterminisme en nihilistische ballerina’s
Bijzonder interessant natuurlijk, maar het laatste woord in de discussie over het dualisme kan hiermee niet gesproken worden, deze theorie ziet een belangrijk punt over het hoofd.
Het grote probleem van de scheiding tussen lichaam en geest komt doordat we als een bewustzijn onszelf ervaren. Wat de oorzaak van deze beleving is, doet er eigenlijk niet zo heel veel toe.
Zelfs in het geval dat dit vreemde fenomeen, waar elk subject onderhevig aan is, veroorzaakt wordt door willekeurige actieve potenties die op dezelfde manier het denken en het lichaam veroorzaken, dan blijft er nog steeds een situatie, waarin iets zichzelf als een onafhankelijk individu ervaart, in een wereld dat los van hemzelf lijkt te zijn.
Als het gedrag en de gedachtes van de ballerina veroorzaakt worden door een actief kwantumveld, dan heeft dat geen enkele invloed op hoe ze dat zelf ervaart.
Ze leest dit artikel, haalt haar schouders op, gaat vervolgens doodleuk door met haar leven, onafhankelijk wat gepredetermineerde, kansberekeningtechnisch onbetwijfelbaarheden, door willekeurige kwantumpotentie bepaalde theorieën van filosofen of natuurkundigen, beweren.
Zelfs als haar bewustzijn veroorzaakt wordt door dit proces, dan blijft ze ervaren dat er iets in haar eigen beleving los staat van haar lichaam of de wereld, waardoor ze nog steeds geen interesse zou tonen in de theoretische kaders die haar bestaan mogelijk maken, omdat het simpelweg bar weinig met ballet te maken heeft.
Het is de subjectieve beleving van een individueel deeltje, binnen een actieve kwantumpotentie, dat deze waarneming ervaart vanuit zijn eigen perspectief. De oorzaak van deze realiteit, heeft geen invloed op de beleving van deze realiteit.
Subjectief gezien is de kern van de condities die ons leven überhaupt mogelijk maken, de fundamentele oorzaken dat we daadwerkelijk kunnen bestaan, eigenlijk helemaal niet zo heel erg belangrijk.
Praktische toepassingen van nog niet door bewustzijn gegenereerde actieve kwantum potenties.
Het theoretische gedeelte van Bohm zal op het vlak van filosofie daarom niet heel veel invloed hebben; de oplossing van het fundamentele probleem in zijn visie kan gezien worden als een stroming binnen het determinisme[10]. Wat weer min of meer een onderdeel is van de discussie die Heraclitus in de zesde eeuw v.c. als een van de eerste heeft opgeschreven.
Waar het wel een nieuwe visie opgeeft, is dat bewustzijn veranderd kan worden door processen buiten jezelf en andersom. Een individu kan door verwachting een nieuwe kwantumpotentie activeren, ondanks het veld wat er op dat moment actief is.
Als verwachting het resultaat bepaalt (aangetoond met een experiment), als dat onafhankelijk is van anderen (aangetoond via het WIggens experiment), als er verbondenheid bestaat los van locatie (de bewezen ERP-paradox[11]), als dit door de invloed van actieve kwantumvelden komt (een aanname van Bohm), dan is verwachting van het resultaat de methode om van de ene actieve kwantumpotentie naar de andere te gaan.
Dit kan ietwat praktischer geformuleerd worden door de vraag te stellen: Hoe kan ik nou eigenlijk iets veranderen?
Het antwoord is dat je door het resultaat te verwachten dat het anders is, om dan in een actieve kwantumpotentie te komen, waarin dat de nieuwe realiteit wordt.
De verwachting bepaalt naar welk potentieel actief veld je beweegt en dus op die manier ook wat het resultaat zal zijn.
Nog meer mogelijkheden?
Voor andere potenties werkt het op dezelfde manier.
Hoe word ik gelukkig?
Door verwachting te gebruiken om de kwantumpotentie te activeren waardoor dat de waarheid van het veld wordt waarin je beweegt. Het zal op elementair niveau veroorzaken dat je in die toestand moet verkeren (op het moment van meten).
Het bewustzijn van de huidige situatie, geeft dus de mogelijkheid om de verwachting te veranderen, zodat je naar een nieuw veld kan bewegen.
De verschillende individuele deeltjes zullen op dat moment informatie gaan uitwisselen, waardoor verandering mogelijk wordt. Waarna het systeem, op het moment dat iemand het waarneemt, uiteenvalt in deze nieuwe realiteit.
Zolang er geen bewustzijn is (het meetmoment), beweegt het veld in een bepaalde stroming (de geactualiseerde potentie), pas door het inzicht dat er verandering moet komen (het experiment), kan het anders (het potentieel activeerbare systeem). Op dat moment wordt er getwijfeld aan de actieve potentie van een systeem, wisselen de deeltjes informatie uit en kunnen de resultaten veranderen.
De woede van de fundamentalist
Het lijkt er dus op dat waarheid en verwachting met elkaar verbonden zijn. Pas op het moment dat een veld actief is, kunnen de deeltjes vrij stromen binnen dit systeem. Als er getwijfeld wordt aan de waarheid van de actieve potentie, komt er een reëel risico dat het systeem uiteenvalt.
Dit kan een goede verklaring zijn waarom sommige mensen emotioneel worden als hun waarheid betwijfeld wordt. Ze zijn comfortabel aan het bewegen in een actief veld en dan wordt een nieuwe potentie gerealiseerd die het hele systeem uiteen kan laten vallen.
Tijdens het bewegen ziet de persoon alleen maar de dingen die zijn theorie bevestigen, wat de oorzaak is dat het mogelijk wordt om vrij binnen dat veld te bewegen. Alles is logisch en kloppend, overal bewegen de deeltjes vrij mee met de door het bewustzijn waargenomen actief geworden potentie.
Dan ontstaat er een mogelijkheid dat het niet waar is, dit verandert de verwachting en daarmee het stromen van het actieve systeem. De deeltjes wisselen informatie uit, eisen van het ene deeltje dat het zijn verwachting omdraait en gaan dan gedachteloos door met de al actieve beweging.
Pas als er een nieuw veld komt, dat krachtiger is dan het oude veld, kan deze veranderen[12].
Conclusie
Binnen de filosofie is de link tussen materie en geest eigenlijk altijd al een probleem geweest[13]. De oorzaak kan komen door geactiveerde kwantum potenties, het vuur van Aphrodite, pregedemtermineerde kwantumpsychologische systemen, de wil van God of het bedrog van een demon; in al deze gevallen blijft de relatie tussen een waarnemer (jezelf) die een objectieve ervaring beleeft (je lichaam) een discussiepunt waar nog geen bevredigend antwoord op is gegeven.
Anderzijds is de bovenstaande theorie natuurlijk wel heel handig om te stoppen met roken.
[1] https://www.thoughtco.com/epr-paradox-in-physics-2699186
[2] https://en.wikipedia.org/wiki/De_Broglie%E2%80%93Bohm_theory
[3] https://nl.wikipedia.org/wiki/Tweespletenexperiment#Resultaten_van_het_tweespletenexperiment
[4] https://www.sciencedaily.com/releases/1998/02/980227055013.htm
[5] https://en.wikipedia.org/wiki/Von_Neumann%E2%80%93Wigner_interpretation
[6] https://en.wikipedia.org/wiki/Wigner%27s_friend#Consciousness_and_measurement
[7] https://arstechnica.com/science/2019/03/choose-your-own-facts-in-quantum-mechanics-you-kind-of-can/?comments=1
[8] https://nl.wikipedia.org/wiki/Bayesiaanse_kans
[9] https://en.wikipedia.org/wiki/Quantum_Bayesianism
[10] https://en.wikipedia.org/wiki/Determinism
[11] https://en.wikipedia.org/wiki/EPR_paradox
[12] https://blog.oup.com/2017/01/universe-fields-particles/