Het Categorisch imperatief
Een van de belangrijkste verworvenheden in de geschiedenis op ethisch gebied is de gouden regel: “Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook de ander niet”. Het is intuïtief accepteerbaar en kan in het dagelijks leven gebruikt worden.
De gouden regel als universeel rechtsprincipe wordt daarentegen een. Een voorbeeld is van de crimineel die tegen de rechter zegt dat als de rechter niet in de gevangenis wil worden gegooid, deze volgens de gouden regel ook de crimineel vrij moet spreken. Het is dit principe van eigenbelang waardoor praktische problemen ontstaan die onoplosbaar worden in specifieke situaties.
Om deze reden bedacht Kant het categorisch imperatief, zodat het individueel eigenbelang geen conflicten meer veroorzaakt in specifieke situaties. Zijn formulering is: “Handel zo, dat de stelregel van uw wil tegelijkertijd altijd als stelregel van een algemene wetgeving kan gelden.” Waarna hij dit herformuleerde als: “Handel zo, dat dat gij de mensheid zowel persoonlijk als in de persoon van ieder ander tegelijkertijd als doel, en nooit alleen als middel nodig hebt.”
De verwarde ambtenaar
Deze ethische regel geeft de mogelijkheid om op een rationele wijze gedrag op moraliteit te beoordelen zonder daar een hogere macht of absolute regel bij te gebruiken. Helaas betekent het niet noodzakelijk dat het een ethisch oordeel wordt, maar wel een verdedigbare redenering op basis van argumenten die op dat moment voor waar werden gehouden.
Een goed voorbeeld hoe het mis kan gaan, is een functionaris van de communistische partij die bedenkt of hij wel of niet de buurman (die een grapje maakte over de grote leider) als een gevaar voor de heilstaat zal aangeven. Als de ambtenaar op dat moment gelooft dar er een reeel risico is waarbij de perfect ethische staat in het gevaar zou komen door de grollen van zijn buurman en van mening is dat hij zichzelf ook naar de goelag zou sturen, is het ethisch om toch maar wel (anoniem)het politiebureau te waarschuwen.
Een aantal jaar later, bevrijd van de proppaganda, wetend dat zijn eerdere overtuigingen leugens waren nadat de staatsgeheimen door het nieuwe regime geopenbaard zijn en het communisme nooit ergens op de wereld is gekomen, kan hij dezelfde daad als onethisch begrijpen en juist dat een ambtenaar iemand stuurt naar de goelag, als een reden zien om iemand te sturen naar de goelag.
In het eerste geval zou de gelovige het als een algemene wetgeving kunnen verdedigen dat het individu als gevaar voor alle anderen een gepast staf krijgt, met in dit geval als doel dat de buurman leert dat hij een gevaar is voor het allerhoogste en beste in de geschiedenis. Na het verlies van dit geloof, wordt het volledig omgekeerd.
Regels en ratio in een rechtssysteem
Het is dit probleem, dat ethiek afhankelijk is van het geloof dat een individu op een specifiek moment heeft, wat het moeilijk maakt om een goede ethische regel te bedenken. Gij zult niet doden zorgt voor hetzelfde probleem, wat als een persoon door zijn bestaan ervoor zorgt dat alle anderen in de wereld niet tot in een harmonieuze samenleving kunnen leven (maar dan als het echt waar is), is het niet ethischer om van deze regel af te stappen?
Hier laat het moderne rechtssysteem zijn waarde zijn. Alleen iets dat betwist is door twee gelijken en daarna beoordeeld wordt door een derde, kan een rechtvaardige oplossing zijn. Als een individu niet op deze manier veroordeeld is, waarna hij kan vragen voor een tweede en derde poging, dat altijd verander kan worden door nieuwe inzichten, is er een grote kans dat het de plank goed misslaat en een half miljard mensen onschuldigen naar de slachtbank stuurt.
Het gebrek aan ethiek in ons huidig bestel
Een interessant punt is daarom persvrijheid, iets waar we in Nederland door overnames van verschillende mediabedrijven, naast de dominante positie van de overheid, op dit moment niet helemaal vanuit kunnen gaan. Er worden dingen gezegd die niet tegengesproken mogen worden en daarom fundamenteel onrechtvaardig zijn.
Het zal niet zo zijn dat deze mensen bewust onrechtvaardig zijn, maar het is het gevolg is van hoe onze media functioneert. De besluiten die we als samenleving maken zijn weer gebaseerd op wat onze informatiebronnen produceren, waardoor er onrecht sluipt in waar onze samenleving heengaat.
Deze bronnen worden gevormd door niet goed betwiste standpunten die juridisch gezien onrechtvaardig, zijn het en daarom fundamenteel onethisch informatiestromen. Kort gezegd: Ons nieuws is onrechtvaardig. Genuanceerd: alles wat niet door twee gelijken tegen wordt gesproken en door een onpartijdige is beoordeeld, is fundamenteel onethisch.
De stichting van ethische media
Het bovenstaande laat niet alleen zien wat er op dit moment mis is, maar ook hoe we ethische informatiestromen kunnen krijgen. Rechtvaardig nieuws, dat door voor en tegenstanders is bediscussieerd en waar een onafhankelijk persoon zijn oordeel over velt.
De oplossing voor nepnieuws is dus de training van rechters met de specialisatie media, waar tegengestelden journalisten over moeten discusseren, altijd opnieuw bekeken kan worden, wat pas op dat moment door de tweede kamer gebruikt mag worden. Op deze manier komt de mogelijkheid van rechtvaardig nieuws en de kans op een daadwerkelijk ethische samenleving omdat de oordelen gebaseerd zijn op rechtvaardige informatie.
Kort gezegd: zo kan er ethische media ontstaan.