Af en toe worden er geluiden gemaakt waarbij men het heeft over het koningshuis afschaffen. Deze republikeinen gebruiken dan argumenten als “het is niet van deze tijd”, “het kost alleen maar geld”, “We hebben het niet nodig” of “je kan toch niet op basis van je afkomst een positie krijgen in een democratie”. Op het eerste gezicht lijken deze argumenten inhoud te hebben, maar als je er iets beter naar kijkt, lijken ze meer ideologisch gedreven zijn dan rationeel.
De argumenten “Het kost alleen maar geld”, “we hebben het niet nodig” en “het is niet van deze tijd”, zijn bijvoorbeeld niet overtuigend omdat dezelfde argumenten voor alle kunst en bouwwerken uit vroegere tijden opgaat. Toch zijn er geen groepen die van mening zijn dat we de kunstwerken van Van Gogh niet moeten behouden of de Amsterdamse binnenstad moeten gaan afbreken in naam van de moderniteit. Het kost inderdaad geld en we zouden zonder kunnen, maar het zorgt ervoor dat de stad esthetiek krijgt en een inspirerende omgeving wordt, daarom betalen we ervoor, ondanks dat er onverlaten zijn die geloven dat we het niet nodig hebben.
De koppeling afkomst en democratie wordt vaak genoemd maar is gebaseerd op de ideologie van gelijkheid terwijl de realiteit laat zien dat afkomst er bij iedereen toe doet. In een democratie is niet iedereen gelijk maar is iedereen gelijkwaardig volgens de wet. Het stembiljet van de premier is net zo veel waard als de stem van elke andere persoon, maar hun invloed is niet gelijk. In de praktijk hebben lange mensen een andere beleving dan korte mensen, politici meer invloed dan kolenschepper en actievoerders meer invloed dan belastingbetalers. Kortom: gelijkheid is onrealistisch omdat het simpelweg niet bestaat.
De adel als cultuurerfgoed
Het voorbeeld van kunst en historische bouwwerken is in deze discussie interessant. Het pantheon heeft een esthetische waarde maar ook een herinneringswaarde. Eeuwen geleden waren wij in staat om zoiets te bouwen, wat motiveert om de cultuur en technologie uit het verleden te onthouden en te verbeteren. Het roept beelden op van vervlogen tijden waar mensen anders leefden en zich bezighielden met andere goden, theorieën en problemen. De kunst en gebouwen uit die tijd, naast de verhalen over de Keizers en de machthebbers door de ogen van kunstenaars en schrijvers, geven een diepte aan ons huidige bestaan, waardoor we ontwikkelder zijn en hopelijk minder snel dezelfde fouten zullen maken.
Het is het verleden dat tot ons spreekt een nieuwe inzichten geeft doordat het levend is gehouden in alles wat nog uit die tijd is overgebleven. Het afbreken van ons historisch erfgoed in de vorm van kunst, bouwwerken en literatuur, kan vergeleken worden met het afbreken van een nog bestaand koningshuis. Het is een instituut met een historische waarde die verhalen vertelt over de geschiedenis waar we als mensheid lessen uit kunnen trekken en die een bepaalde esthetiek heeft. Het is een levend verleden dat een bepaalde schoonheid en diepte heeft gekregen wat een net gekozen premier of een recent opgerichte partij nog niet heeft.
Het koningshuis is daarom niet alleen een historisch waardevol onderdeel van onze geschiedenis, maar een levende herinnering die verhalen aan hun kinderen meegeven over eeuwenlange activiteiten van verschillende individuen in de familie die iets hebben bijgedragen aan de samenleving. De verhalen leren over heldhaftigheid, het hogere in de vorm van landsbelang of daden die de familie heeft behoed voor destructie. Hierdoor hebben individuele leden van de familie een denkkader dat eeuwen teruggaat waarin kennis zit die de tijdelijke termijn van vier jaar van politici ver overstijgt.
Dit geldt voor het koningshuis en voor elke andere familie die al eeuwen een belangrijke positie heet verkregen.
Behoud van managementvaardigheden
De adel wordt weleens gezien als betekenisloos of als mensen die door geluk hun positie hebben verkregen, maar dit is een manier van denken die de geschiedenis over het hoofd ziet. De hele redenering klopt niet omdat je alleen tot de adel verheven kan worden als je een bijzondere bijdrage hebt geleverd aan de samenleving.
Als een familie generaties lang hun rijkdom heeft weten te behouden, naast hun bijzondere bijdrage aan de samenleving, dan is het een bewijs van het bezitten van de vaardigheid om rijkdom te beheren. Het is een genetische lijn van mensen die capabel zijn geweest waardoor het aannemelijk is dat ze in de toekomst dat ook zullen zijn. Een positie op basis van afkomst is daarom juist rationeel omdat de kans aantoonbaar groot is dat ze er beter in zullen zijn dan mensen zonder deze geschiedenis.
De keuzes die ze hebben gemaakt moeten de juiste zijn geweest om met de problemen van die tijd om te gaan anders zouden ze hun rijkdom hebben verloren. Hoe langer de familiegeschiedenis teruggaat, hoe langer het historisch mensbeeld is van de leden van deze familie, waardoor ze veel eerder correcte lange termijnkeuzes zullen maken dan families zonder eenzelfde geschiedenis.
Daarom zal een speciale positie voor de adel een meerwaarde geven omdat ze een blik hebben die verder teruggaat, die los van de waan van de dag staat of in sommige gevallen zelfs los van de waan van de eeuw. Deze blik geeft een extra dimensie aan onze samenleving die we op geen enkele andere manier kunnen behouden. Dit los van de meerwaarde door het behoud van erfgoed en bewijs van betrouwbaarheid door langdurig stabiliteit, wat een lagere kans op corruptie en criminaliteit moet geven omdat dit niet loont op de lange termijn.
Geschiedsverwarring
De adel heeft een slechte naam gekregen door de Franse revolutie, terwijl het maar een incident in de geschiedenis is geweest in vergelijking tot alle jaren van feodalisme. Het grootste gedeelte van deze 1000 jaar heeft de standenmaatschappij tot iedereens tevredenheid goed gefunctioneerd[1]. In de geschiedsvertelling wordt de nadruk gelegd op de hongersnoden en oorlogen, wat een vertekend beeld geeft. In de meeste plekken en tijden was het feodale systeem een manier om veiligheid en rijkdom te behouden waar elke stand een essentiële rol vervulde die elkaar ondersteunde.
Pas door de urbanisatie verloor het feodale systeem aan invloed omdat het niet meer de optimale staatsvorm werd vanwege de minder belangrijke positie die landbouw innam voor de economie[2]. In de steden waren er geen struikrovers en legerbendes die alleen verslagen konden worden door getrainde militairen, maar er waren criminelen die door politie werden aangepakt. De reden voor het verdwijnen van het feodale systeem had dan ook weinig met de Russische of Franse revolutie te maken, eerder met nieuwere vormen van productie.
De standenmaatschappij zelf wordt vandaag door incidenten in de geschiedenis in diskrediet gebracht, zonder dat hier goed over is nagedacht. De data laat namelijk een heel ander verhaal zien. In de landen waar een monarchie is gebleven, is het gemiddeld veiliger, welvarender en stabieler[3]. Niet alleen in de monarchieën in het westen, maar ook de autocratische regerende monarch zorgt voor meer stabiliteit in vergelijking met een dictator. Het geregeerd worden door een hoger stand zoals in een constitutionele monarchie is dus aantoonbaar een betere regeringsvorm dan een republiek.
De redenen zijn moeilijk aan te tonen en speculatief. Genoemd wordt dat het een hoger wetsorgaan geeft en rechtszekerheid bevordert, dat er een lange termijnvisie is door de monarch en dat er een psychologisch effect is doordat de premier niet het staatshoofd is en dus makkelijk vervangen kan worden.
Wat de reden ook mag zijn, een constitutionele monarchie functioneert beter dan een republiek.[4]
Bestuurlijke vernieuwing
De data laat dus zien dat een constitutionele monarchie welvaart, veiligheid en vrede brengt en dat huidige monarchieën beter functioneren dan regeringsvormen zonder een monarch. Het is dan ook aannemelijk dat op kleinere schaal de herinvoering van een constitutionele adelstand dezelfde voordelen kunnen bieden. Een burgermeester naast een ceremoniële landheer bijvoorbeeld waardoor er een extra macht is als de burgermeester de oude binnenstad wil verbeteren omdat een van hun beste vrienden een bouwbedrijf heeft, of dat als een gemeenteraad een begroting maakt wat zeer onrealistisch is, de ceremoniële feodaal kan uitstellen om er zijn handtekening onder te zetten.
De macht wordt zo beter verdeeld en de voordelen van de monarchie kunnen dan op kleinere schaal ook aanwezig zijn. Op deze manier kan een fluïde, constitutioneel feodaal systeem ontstaan, waar de adelstand ceremonieel is maar indirect als een extra scheiding van de macht functioneert, wat corruptie en de waan van de dag vermindert en ons huidig systeem stabieler en rijker zal maken.
Daarnaast zal het waarschijnlijk het toerisme vergroten en het landbeheer verbeteren. Kortom een kleine aanpassing aan onze democratie waardoor we beter met de problemen van de toekomst om kunnen gaan door een systeem dat lange tijd zeer goed functioneerde, te incorporeren in onze huidige staatsvorm.
Tegenargumenten
Als laatste is het nog interessant om te kijken hoe de Nederlandse republikeinen hun argumenten formuleren. Zoals bijvoorbeeld de voorzitten van Republiek, Floris Muller, die er vijf noemt waarom hij gelooft dat het koningshuis afgeschaft moet worden.
Zijn eerste argument is dat wij de koning een bijzonder hoog inkomen geven, naast invloed en privileges, op basis van erfopvolging, terwijl de grondwet verschil op afkomst verbiedt. Hier ziet hij over het hoofd dat het koningschap niet alleen een baan is, maar dat de hele koninklijke familie een publiekelijke functie betreedt. Het is een staatssymbool wat de indruk moet wekken van rijkdom en welvaart, wil de staat waar het symbool voor staat dezelfde indruk wekken. Het is daarom essentieel dat de koning zeer fortuinlijk is zodat hij Nederland als investeringswaardig land representeert. Hetzelfde argument geldt voor de mediacode van het koningshuis (zijn tweede argument) dat ervoor zorgt dat een staatssymbool zijn status behoudt.
Het derde argument is dat er geen eerlijk proces mogelijk is tegen de koning omdat hij zijn handtekening zet onder het benoemen van rechters en advocaten die trouw zweren aan de koning. Het tegenargument is dat dit ceremonieel is en daardoor niet relevant, waardoor een rechtszaak wel mogelijk zou moeten zijn, wat tot nu toe ook de jurisprudentie is gebleken. De exacte uitspraak van de rechter over de zaak die Republiek had aangespannen tegen de koning om deze reden is: “Dat de koning als staatshoofd bepaalde bevoegdheden heeft, dat er bijzondere procedures gelden en dat er tradities rond de koning zijn – zoals het portret van de koning in zittingszalen – betekent niet dat het recht op een eerlijke behandeling van de zaak door een onafhankelijk en onpartijdig gerecht wordt geschonden in elke zaak waarin de koning partij is”[5]
Grappig genoeg is zijn vierde argument dat de familie in een gouden kooi leeft, een argumenten die hij zelf noemt waarom het salaris zo hoog moet zijn voor de koninklijke familie, namelijk gebrek aan vrijheid. Het tegenargument voor de goudenkooi is dat dit alleen voor de troonopvolger geldt die daar in principe vanaf kan zien.
Het laatste argument is dat we het niet nodig hebben, hierboven heb ik laten zien dat dit “nodig hebben” geen sterk argument is, zeker in het licht van de data dat monarchieën rijker en stabieler zijn, omdat kunst ook iets is dat we niet nodig hebben.
[1] https://www.worldhistory.org/article/1301/trade-in-medieval-europe/
[2] https://academic.oup.com/book/28406/chapter-abstract/228823329?redirectedFrom=fulltext&login=false
[3] https://www.law.nyu.edu/sites/default/files/Constitutional%20Monarchy%20as%20Equilibrium.pdf
[4] https://knowledge.wharton.upenn.edu/podcast/knowledge-at-wharton-podcast/monarchies-good-economies/
[5] https://www.rtl.nl/nieuws/nederland/artikel/5370348/republikein-republiek-rechtszaak-macht-koning?redirect=rtlnieuws
Interessant,natuurlijk heb je sociale/manuele/en intellectuele intelligentie maar daar gaat dit juist niet over.Wel over bestuurlijke continuiteit ;top/down.Punt over monarchien is “well taken”.
Mee eens. De constitutionele monarchieën in de wereld garanderen welvaart, stabiliteit en continuïteit.
Het Verenigd Koninkrijk is een voorbeeld van een land waar de adel nog steeds een belangrijke rol heeft in het politieke en sociale leven, terwijl tevens op ruime schaal zeer verdienstelijke burgers in de adelstand worden geheven.
Wat een grappig verrassend stuk heb je geschreven. Je argumenten zijn goed gefundeerd . Is dan de consequentie dat we de adelstand groter moeten maken?
.