Er zijn hier veel verschillende, overtuigende antwoorden op mogelijk. Vaak komen ze uit een bepaalde religie of ideologie waardoor de objectiviteit meteen wegvalt. Een interessante benadering is daarom om te onderzoeken of er een argument te vinden is op basis van een visie buiten de mens.
Sterker nog, ideaal gezien zou het vanuit de visie van iets dat nog nooit heeft geleefd moeten komen. Een exactere titel voor dit stukje is waarschijnlijk: “Wat zeggen wezens die nog nooit hebben geleefd, van alles wat wel leeft?”
Een duidelijk, enigszins objectief beginpunt is de evolutietheorie. We zijn volgens dit idee eigenlijk zomaar iets, een willekeurig proces, dat wel of niet had kunnen gebeuren. Een celdeling, als onderdeel van het universele ontstaan en vergaan, actief in dit heelal. Het is een theorie die niet de mens, maar het leven op zich centraal stelt.
Als dit correct is, waarom zouden we dan lijden toelaten in ons leven en niet bij het eerste en beste pijntje direct naar ontsnappingen grijpen? Waarom zouden we niet massaal gaan leven onder invloed van drugs, alcohol, of als het even tegen zit, meteen te kiezen voor de dood?
Het enige mogelijke antwoord is hier denk ik ervaren. Andere verklaringen gaan uit van een geloof binnen een systeem dat afhankelijk is van de mens. Als deze niet zou bestaan, dan zou de verklaring betekenisloos worden.
Ervaring valt hierbuiten. Het beleven van wat je meemaakt, geeft een betekenis aan alles wat je doet, inclusief je lijden. Dingen worden belangrijk door de ogen van jezelf, als iets dat de wereld ervaart door zichzelf. De ervaring van jezelf is belangrijk door je eigen ogen. Een subjectieve betekenis van je bestaan.
Dit krijgt echter ook een existentiële betekenis, omdat je als wezen met bewustzijn en keuze kunt maken tussen iets zijn dat ervaart, of iets worden dat er niet meer is. Een keuze om van iets (een mens dat zichzelf ervaart), naar niets te gaan (de dood). Aangezien het aannemelijk is dieren (en waarschijnlijk ook planten) zichzelf ervaren, hebben deze ook betekenis in relatie tot zichzelf. Alles dat leeft bewijst daarom door te kiezen om te leven, dat hijzelf feitelijke betekenisvol is.
Niet alleen betekenisvol in relatie tot niet bestaan, misschien zelfs belangrijk. Je kunt hier de vraag stellen: Wat is belangrijker, Iets dat lijdt of iets dat er niet is? Omdat iets dat niet bestaat geen betekenis op zichzelf heeft en een bewustzijn dat ervaart wel, kan je zeggen dat het leven ervaren, door middel van onder andere het lijden, belangrijk is.
De realiteit ervaren is dus wat het leven belangrijk maakt, wat voor ervaring het ook is. Leven op deze manier geeft in feite alles wat je doet betekenis: je bent je leven aan het ervaren, als een wezen met bewustzijn, dat er ook niet had kunnen zijn.
Anders gezegd: In een grotendeels leeg heelal, bezaaid met levenloze planeten, waar op een van deze werelden iets is ontstaan dat kan bewegen en sommigen van deze dingen zelfs bewustzijn hebben; zijn er een relatief tot de omvang van het heelal minuscuul aantal wezens met intelligentie.
Deze laatste vraagt zich in dit lege heelal af, of het wel betekenis heeft dat hij bestaat.
Leven heeft zin omdat je niet alleen leeft. Je leeft met anderen. Je bent leven wat leven wil te midden van leven wat leven wil (Albert Schweitzer). Het is de broeder- en zusterschap van alle levende wezens, waarvoor je respect en eerbied hebt. Je leeft niet voor jezelf, maar voor anderen. Door de ander wordt je jezelf. Het is het spiegelbeeld zelf (Charles E Cooley). Je wordt jezelf, doordat je een zelfbeeld ontwikkelt, wanneer je leert om je zelf te zien door de ogen van anderen, in interactie met anderen.
“Het is niet jij die de wereld een plaats geeft, maar het is de Ander, die jou aanspreekt, appelleert en jou een plaats geeft.” (Emmanuel Levinas in Totaliteit en Oneindigheid (1961)).
Het is een illusie om te denken dat een wetenschappelijke theorie als de evolutieleer zin aan je bestaan kan geven. Waar is de moraal in deze leer? Wat is het doel en de zin van de evolutie? Gaan we als mensheid en als Schepping naar het Punt Omega waar we alles in allen zullen zijn? (Teilhard de Chardin, Het Verschijnsel Mens). Dat is een spirituele en religieuze stellingname, niet een wetenschappelijke.
Leven is oneindig waardevol op basis van wat je er zelf van maakt. (David Ipenburg).
Wat een macht tot zingeving over en voor jezelf en voor je omgeving.